Europese defensiesamenwerking wordt in projecten tastbaar. Daarom belichten we deze week de case study SEA Defence. SEA Defence is in december 2020 van start gegaan, als onderdeel van het Europees programma voor industriële ontwikkeling op defensiegebied. Het past in de EU-strategie om de Europese technologische en industriële defensiebasis te versterken en zo de autonomie van de EU te vergroten. SEA Defence is een 30 maanden durende haalbaarheidsstudie die tot doel heeft een routekaart op te stellen van technologieën die moeten worden ontwikkeld en geïntegreerd in marineplatformen van de volgende generatie.
Het belangrijkste element van SEA Defence is de filosofie van samenwerking. Daarom is een breed gezelschap grote spelers in de Europese marinescheepsbouwindustrie geselecteerd als projectpartners. Onder andere Fincantieri (Italië), Naval Group (Frankrijk), Navantia (Spanje), SAAB Kockums (Zweden) en thyssenkrupp Marine Systems en Lürssen Defence (Duitsland) zijn bij het project betrokken. Verder wordt het SEA Defence project ondersteund door deelnemende EU-lidstaten en kennisinstellingen; het Nederlandse Ministerie van Defensie, TNO en MARIN in het geval van Nederland.
Damen Naval heeft de eer het SEA Defence project te coördineren, onder toeziend oog van Projectmanager Marcel Elenbaas. “Bij SEA Defence draait het om de identificatie van defensietechnologieën, zowel wat betreft de gestelde eisen aan de technologieën en opkomende technologieën. Tegelijkertijd gaat het project over hoe de Europese marinescheepswerven een manier kunnen vinden om beter samen te werken.” Ondanks dat het project van start ging midden in de coronapandemie is Marcel tevreden over de voortgang. “De eerste 18 maanden hebben we elkaar eigenlijk niet persoonlijk ontmoet, maar met o.a. TNO’s virtuele sessies en veel creativiteit is al het werk dat we tot nu toe hebben verricht goedgekeurd door de lidstaten en de Europese Commissie.”
Veranderende tijden
Hoewel de projectpartners traditioneel met elkaar concurreren (de eerdergenoemde lijst van Europese scheepsbouwers bedienen allen dezelfde exportmarkt), toont het SEA Defence-project aan dat de tijden zijn veranderd. “Er is absoluut behoefte aan versterking van zowel de Europese defensie-eenheden – te land, ter zee en in de lucht – als van de Europese marinescheepsbouw-industrie. Het is wenselijk dat wij samenwerken om de technologische gaten van de EU-Defensie te dichten en de doeltreffendheid ervan te maximaliseren door middel van bijvoorbeeld innovatie en grotere interoperabiliteit. De situatie in Oekraïne heeft ons laten zien hoe belangrijk een sterk en samenwerkend Europa is”, merkt Marcel op.
Het SEA Defence-project heeft zeven technologiegebieden geïdentificeerd. “Op dit moment proberen de projectpartners, de lidstaten en de Europese Commissie op één lijn te komen voor wat betreft de richting waarin het onderzoek naar deze technologieën zal gaan.”
De technologiegebieden
- Lagere detecteerbaarheid: “We kijken naar onderwerpen als geluidsemissies onder water, van infrarood tot aan actieve camouflage. Alles om ervoor te zorgen dat je onzichtbaar bent voor de vijand.”
- Hoger overlevingsvermogen: “Dit zorgt ervoor dat een schip beter in staat is om een treffer van bijvoorbeeld een vijandelijke raket te overleven.”
- Vergroten operabiliteit: “Hoe maken we mogelijk dat een schip beter opereert in hogere golven, en onbemande voertuigen kan lanceren of aan boord nemen? Dit onderwerp omvat inzetbaarheid en herbevoorrading van deze systemen op zee.”
- Elektrificatie: “Nieuwe hoge-energiewapens vragen meer van de elektrische mogelijkheden van een schip. Dit omvat ook de noodzaak om onafhankelijker te worden van fossiele brandstoffen op een manier die robuust en veilig genoeg is voor een marineschip.”
- Extreme klimaten: “Marine-operaties vinden steeds meer in extreme hitte of kou plaats. Schepen moeten om kunnen gaan met zowel ijs als zandstormen.”
- Architectuur van de topside: “Dit omvat alle sensoren en wapensystemen, en hoe deze zijn geïntegreerd in het totale platform van de marine.”
- Automatisering en autonomie: “Marines moeten minder afhankelijk worden van mensen aan boord van schepen. De complexiteit van de besturing van platform-, wapen- en sensorsystemen vereist beslissingsondersteuning of zelfs volledig autonome systemen. In het geval van autonome schepen moet je samenwerken aan oplossingen, omdat de systemen van elk land met elkaar moeten communiceren.”
Verder met de resultaten
Aangezien de einddatum van de haalbaarheidsstudie van SEA Defence medio 2023 is, zijn de doelstellingen duidelijk. “Dit project gaat verder dan de identificatie van nieuwe technologieën die moeten worden ontwikkeld en toegepast door scheepswerven, co-makers, leveranciers en de kennisinstellingen. Het ondersteunt en vergemakkelijkt ook de samenwerking en interactie tussen de lidstaten voor wat betreft deze onderwerpen. Als bijvoorbeeld bepaalde Europese marines willen samenwerken aan specifieke capaciteiten, kunnen hun nationale marineclusters verdere samenwerkingsverbanden op die technologiegebieden vaststellen. Als zodanig vormt SEA Defence een springplank om het Europese Defensiefonds en de Europese marinesamenwerking vorm te geven.”
Ook voor Damen Naval zijn er volgens Marcel duidelijke ambities. “We willen een aantal toekomstige sleuteltechnologieën hebben gedefinieerd, voor Damen en natuurlijk de Nederlandse marine. In onze rol als integrator blijven we ons vermogen versterken om het beste geïntegreerde Naval platform te creëren in samenwerking met onze vertrouwde partners in het maritieme cluster in Nederland en daarbuiten”, zegt Marcel. “Binnen SEA Defence willen we onze rol als integrator uitbreiden met internationale samenwerking op deze belangrijke ontwikkelingsgebieden.”
Damen Naval zal aanwezig zijn op de defensiebeurs EURONAVAL in Parijs van 18-22 oktober, ook met een speciale stand voor SEA Defence. Samen met kapitein-ter-zee Paul Flos (RNLN) zal Damen tijdens de beurs een keynote speech geven over de voortgang van het SEA Defence project.