Defensie schaft 179 kleine all-terrain patrouillevoertuigen aan voor het Korps Mariniers. De nieuwe voertuigen vervangen een deel van de huidige BV206D, Viking en Landrover-voertuigen. Die zitten aan het einde van hun levensduur. Het huidige aantal voertuigen wordt bovendien uitgebreid. Staatssecretaris Barbara Visser informeerde vandaag de Kamer over de aankoop.
Het zogenoemde project Littoral All-Terrain Mobility Patrouillevoertuigen (FLATM PV) moet zorgen voor toekomstbestendige, all-terrain en mobiliteit in de sneeuw voor de lichte amfibische eenheden. Hun optreden kan plaatsvinden in kustgebieden, in arctische omstandigheden en op zeer moeilijk begaanbaar terrein.
Meer mobiliteit
Naast het einde van de levensduur van de huidige voertuigen speelt ook de behoefte aan meer zelfstandigheid een rol. De behoefte aan mobiliteit en de toegang tot (voertuiggebonden-)informatiesystemen is gegroeid. Daarvoor komt 1 type voertuig in 4 varianten: de basisvariant, een versie voor commandovoering en 1 voor verkenning. Een 4e type is bedoeld om reparaties te velde uit te voeren. Het is de bedoeling dat de varianten zoveel mogelijk gelijk zijn aan de basisversie.
Het voertuig moet voldoende transportmogelijkheden bieden aan 4 militairen en hun uitrusting. De wagens moeten eenvoudig en betrouwbaar zijn en inzetbaar onder extreme weersomstandigheden. Daarnaast moeten nieuwe informatie- en communicatiemiddelen aan het voertuig zijn te koppelen. Vanwege de amfibische transportgeschiktheid wordt het project nauw afgestemd met de toekomstige vervanging van de zware en middelzware landingsvaartuigen.
Uitdagende eisen
Er worden uitdagende eisen gesteld aan het voertuig. Dat geldt met name voor de zogenoemde over-snow eis, zodat ook is te opereren in gebieden met diepe sneeuw. Uit onderzoek blijkt dat geen bestaand voertuig hieraan voldoet. Een uitgebreid ontwikkelingstraject is vanwege de duur en de kosten echter niet wenselijk. Daarom wordt gezocht naar een civiel of militair voertuig ‘van de plank’ dat al zoveel mogelijk voldoet en is aan te passen. Onderzoeksinstituut TNO wordt bij dit proces betrokken.
Het project begint dit jaar en duurt tot en met 2028. Naar verwachting stromen in 2025 de 1e voertuigen binnen.
Overgenomen van Defensie.nl