Met zijn brief aan de Tweede Kamer ‘Toekomst van de Nederlandse onderzeedienst’ geeft de staatssecretaris van Defensie opvolging aan zijn toezegging in het commissiedebat Materieel Defensie van 29 juni jl. In de offerteaanvraag wordt opgenomen dat de werven punten kunnen verdienen wanneer zij de Nederlandse industrie betrekken.
In het commissiedebat Materieel Defensie op 29 juni jl. heeft de staatssecretaris van Defensie toegezegd om “aanvullend informatie te verschaffen over de onderzochte opties voor het vervolg van de verwervingsvoorbereidingsfase van de vervanging onderzeebootcapaciteit en de daarbij geïnventariseerde risico’s.” Ook zegde hij toe uiterlijk 2 oktober 2022 een brief te sturen ter toelichting op de beoogde offerteaanvraag in het laatste kwartaal van dit jaar.
Duidelijk is dat de werven punten kunnen verdienen wanneer zij de Nederlandse defensie-technologische en -industriële basis betrekken bij ontwerp, productie en/of instandhouding van kritische systemen. Het maakt onderdeel uit van de gunningscriteria waarmee de kandidaatwerven zich kunnen onderscheiden. Dit sluit aan bij de gezamenlijke uitdrukkelijke oproep van NIDV, VNO-NCW/MKB Nederland, FME en NMT. Er wordt een industriële samenwerkingsovereenkomst opgesteld met de winnende werf, waarin de samenwerking tussen de werf en de Nederlandse industrie wordt vastgelegd.
Dit is belangrijk voor de Nederlandse industrie verenigd in het Dutch Underwater Knowledge Centre (DUKC), die zich voorbereidt op inschakeling van Nederlandse bedrijven in dit project. Gezamenlijk hebben zij een Onderzeebootplaat opgesteld, die aangeeft bij welke kritische onderzeebootsystemen Nederlandse bedrijven een rol kunnen spelen. NIDV gaat ondertussen door om maximale invulling te geven aan Nederlandse industriële betrokkenheid, ook met bezoeken aan alle kandidaatwerven op locatie.