Het Europese Defensiefonds – kortweg EDF – is nieuw binnen de Europese Commissie. Het is aangekondigd in september 2016 door toenmalig President Juncker. Het EDF wordt voorafgegaan door een tweetal proefprogramma’s voor research en capaciteitsontwikkeling. Essentieel daarbij is de oprichting van een nieuw Directoraat Generaal voor de Defensie-industrie en Ruimtevaart (DG-DEFIS).
Dit is de tweede blog van een reeks over het Europese Defensiefonds. Eerder ging het al over de proefprogramma’s van het EDF zoals het EDIDP 2020:
- Blog #1: European Defence Industrial Development Programme (EDIDP) 2020
- Blog #2: Gunning PADR en EDIDP2019
Wanneer begint het échte EDF nu?
Ik verwacht dat vanaf 2021 het EDF wordt uitgerold. Verwacht omdat de juridische regelgeving (“Verordening”) opnieuw onderwerp is van onderhandeling tussen de lidstaten en het Europese Parlement. Het lijkt niet aannemelijk dat die onderhandeling tot grote wijzigingen zal leiden ten opzichte van de teksten zoals we die nu kennen. Belangrijkste punt is het budget, waarvoor regeringsleiders nu € 8 miljard in lopende prijzen voor de periode 2021-2027 hebben gemerkt. Dit is lager dan eerdere voorstellen (€ 13m miljard) van de Europese Commissie. Het Europese Parlement zal trachten het budget te verhogen. De kans daarop lijkt echter klein.
Tegelijkertijd vinden de voorbereidingen voor de praktische uitrol plaats. Zo is er overleg met de lidstaten over het werkprogramma 2021. Ieder land is uitgenodigd voorstellen te doen. Er wordt gesproken over hoe om te gaan met “Disruptive Technologies”, een element waaraan tussen 4-8% van het EDF-budget zal worden besteed. Vraag is dan met name hoe de precieze defensie toegevoegde waarde kan worden geïdentificeerd, gegeven dat op vele plaatsen over dit onderwerp wordt nagedacht/geschreven/gewerkt. Over deze, en andere, onderwerpen vindt ook regelmatig informeel overleg plaats met onze Europese koepelorganisatie ASD, waaraan NIDV actief deelneemt.
Voorstellen van lidstaten
Een aantal begrippen waarbinnen het werkprogramma tot stand moet komen zijn EU strategische autonomie, EU technologische soevereiniteit, duurzaamheid, digitale transitie, gevolgen van Covid 19 (leidend naar opname van “Medical response”), economische weerbaarheid en economisch herstel. Dat dit geen eenvoudige opgave is, mag duidelijk zijn. Het helpt niet dat de lidstaten verschillende interpretaties aan deze begrippen geven. Ook is een actieplan in ontwikkeling waarmee beter zicht komt op de synergie tussen civiele programma’s, zoals Horizon Europe, defensie- en ruimtevaartprogramma’s. Kortom, de Europese Commissie beoordeelt alle voorstellen van de lidstaten op voorgaande factoren alvorens tot concrete voorstellen te komen.
Naar verwachting bevat het werkprogramma 2021 zowel grote (“flagships”) als wat kleinere projecten. Voor de flagships (er zijn er op datum van dit schrijven nog geen door lidstaten aangemeld) zal gelden dat zij worden opgedeeld in kleinere deelprojecten, zodat ook voor specifieke onderdelen kan worden samengewerkt. De Europese Commissie hecht aan deze flagships omdat het EDF, weliswaar aan het eind, zichtbare resultaten moet tonen. Dat gaat dan om multilaterale verwerving van defensiecapaciteiten die slechts door samenwerking op EU niveau mogelijk is omdat ze te groot zijn voor nationale implementatie. Ook het Europese Parlement hecht hieraan.
Nederlandse samenwerking ten behoeve van het EDF
Nationaal vindt constructief overleg plaats in de zgn. Interdepartementale Coördinatiegroep Europese Defensiesamenwerking (ICG EDS). Daarin hebben de betrokken ministeries, de Bijzonder Vertegenwoordiger generaal bd Middendorp en directeur NIDV (namens bedrijven, kennisinstellingen, VNO/NCW en FME) zitting. Dit overleg blijkt een onmisbare schakel in de regeringsambitie om in het EDF tot de 10 hoogst scorende landen te behoren. Onderwerpen van gesprek zijn bijvoorbeeld cofinanciering en organisatie van buitenlandse bezoeken (denk aan Frankrijk en Duitsland) onder leiding van de Bijzonder Vertegenwoordiger. Ook heeft het NIDV maandelijks overleg met 9 van haar collega organisaties in zgn “less bigger nations”. Ten slotte wil ik u melden dat de NIDV per 1 oktober 2020 een vooruitgeschoven post geeft in Brussel in de persoon van mevr. Harriët Slager. Zij gaat de NIDV parttime versterken in de relaties met de Europese instellingen en ASD.
De verwachting is dat de “call for proposals” voor EDF einde 1ste kwartaal 2021 wordt gepubliceerd. Rekening houdend met de termijnen in het proefprogramma EDIDP (2019/2020), houden we rekening met een antwoordtermijn van 6 maanden.
Ron Nulkes, directeur NIDV.